Nieuws

LKK: de sector scoort voldoende tot goed

24 juni 2019

Onlangs kwamen de resultaten van de tweede Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK) binnen. Daardoor is het mogelijk om een voorzichtige vergelijking te maken tussen 2017 en 2018. Het is gunstig dat de kwaliteit van 2018 in het verlengde ligt van de kwaliteit die in 2017 gemeten is. Daardoor kan met nog grotere zekerheid gesteld worden dat de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang voldoende tot goed is. Paul Leseman, projectleider van de LKK, duidt de eerste resultaten.  Naar het tijdschrift Management Kinderopvang.

 

De belangrijkste conclusies van 2017 en 2018 

  • De gemiddelde emotionele proceskwaliteit is in alle kinderopvangtypen voldoende tot goed.
  • De gemiddelde educatieve proceskwaliteit is in alle opvangtypen lager dan de emotionele proceskwaliteit. Gemiddeld is deze voldoende.
  • Voor de gastouderopvang geldt dat de verschillen in emotionele en educatieve kwaliteit groter zijn.
  • Horizontale groepen (waar kinderen bij leeftijdsgenootjes zitten) in de kinderopvang zijn gunstiger dan verticale groepen (waar kinderen van meerdere leeftijden bij elkaar zitten) voor zowel peuters als baby’s, maar vooral voor baby’s. Dit geldt voor zowel de emotionele als de educatieve proceskwaliteit.
  • Het pedagogisch klimaat wordt voor alle opvangvormen omschreven als affectief-inclusief. Dit betekent dat medewerkers onder andere zorgen dat kinderen een knuffel krijgen, zorgen dat kinderen lief voor elkaar zijn en oudere kinderen jongere kinderen helpen.
  • Er is in alle opvangsoorten een relatief sterke oriëntatie op het stimuleren van exploratief spel, sociaal spel en taal, maar in de ervaringsdomeinen creatieve en muzikale vorming, ontluikend rekenen (waaronder bordspelletjes), wetenschap en technologie, en burgerschapsvorming is het aanbod beperkter.
  • De werkbeleving van pedagogisch medewerkers en gastouders is overwegend positief. Zij ervaren gemiddeld een prettig werkklimaat en hebben het gevoel betrokken te worden bij beslissingen binnen de organisatie. De ervaren werkstress is in het algemeen laag.
  • Het aanbod van professionaliseringsactiviteiten is gemiddeld matig. Er vindt gemiddeld gezien niet vaak pedagogisch inhoudelijk overleg plaats met collega’s of collega-gastouders en leidinggevenden.
  • De kwaliteit van de interacties die individuele kinderen hebben met pedagogisch medewerkers en gastouders is voldoende tot goed.
  • Het gedrag van de kinderen in de groep scoort hoog. Er zijn weinig conflicten, kinderen gedragen zich overwegend sociaal en gaan goed om met hun emoties.
  • Het gemiddelde welbevinden van de kinderen is hoog in alle opvangtypen.
  • De gemiddelde betrokkenheid is matig, maar niet afwijkend van wat in ander onderzoek wordt gevonden.